Hoofdstuk 58
==
‘Lou, liefste, ik moet me bewegen. Mijn halve been slaapt.’ Zacht schoof Tom een slapende Lou opzij, zodat hij kon gaan staan om met een paar danspassen de bloedsomloop weer op gang te krijgen.
‘Sorry,’ zei Lou. Ze rekte zich uit en sprong overeind van de bank toen ze zag hoe laat het was. ‘Ik moet naar huis, anders kom ik morgenochtend nooit uit bed.’
Het vergde een haast bovenmenselijke inspanning van Tom om haar weg te laten gaan terwijl er wilde gedachten door zijn hoofd spookten. Hij wist dat ze haar redenen had om hem op afstand te houden, maar gebruikte ze het misschien als smoes omdat ze op hem was afgeknapt? De laatste paar weken had hij haar heel vaak zien gapen, en dat had hem niet bepaald gerustgesteld. Zijzelf beweerde dat ze moe was; ze had niet alleen de werklui geholpen om alles aan kant te maken, maar ook een oud dametje geassisteerd bij het opruimen van haar huis. Hij was die avond ontroerd geweest toen ze boven op hem in slaap was gevallen terwijl ze innig verstrengeld naar een film keken, maar het afgelopen halfuur had hij bezoek gehad van een paar toverkollen die negatieve gedachten in zijn hoofd hadden geplant.
‘Nog een laatste knuffel,’ zei Tom, en hij trok haar weer naast zich op de bank. Hij hield haar gezicht tussen zijn handen en glimlachte naar haar. ‘Lou, je hebt ogen als smaragden. Heeft iemand dat weleens tegen je gezegd?’
Lou lachte kort.
‘Heb ik iets grappigs gezegd?’ Tom sjorde aan zijn broek.
‘Het doet me aan Phil denken. Hij zei dat Sharon – je weet wel, de vrouw die een tweeling van hem heeft – ogen had als saffieren. Het was zo’n frappante parallel.’ Toen besefte ze wat ze had gezegd en sloeg ze een hand voor haar mond. ‘Jeetje, wat zeg ik nou? Sorry, Tom, dat was gevoelloos van me.’
‘Het geeft niet,’ zei Tom, maar er ging een steek door hem heen omdat ze alweer over Phil begon. Hij sloeg zijn armen om haar heen en genoot van haar nabijheid nu hij haar nog had – het zou waarschijnlijk niet lang meer duren.
‘Heb je Sharon ooit ontmoet?’ vroeg hij.
‘Eén keer, toen we kerstinkopen deden in Meadowhall.’
‘En was ze net zo mooi als hij beweerde?’
‘Ja, op een Zweedse manier. Je weet wel, zoals Björn Borg.’
‘Wat,’ zei Tom met een glimlach, ‘leek ze op een tennisbal?’
‘Nee, mallerd.’ Ze gaf hem een por in zijn ribben. ‘Ze was beeldschoon, met witblond haar en blauwe ogen. En de kinderen leken sprekend op haar, alleen hadden zij van die fluwelige bruine ogen. Ik weet niet hoe ze eraan zijn gekomen, want Phil heeft ook blauwe ogen, net als iedereen in zijn familie. Enfin, Phil keek recht door ze heen, alsof ze niet bestonden. Het was zo raar – nee, vreselijk. Dat beeld is me een hele tijd blijven achtervolgen.’
‘Ik kan me niet voorstellen dat iemand zich zo gedraagt tegen zijn eigen kinderen,’ zei hij.
‘Ik ook niet. Zeg, ben je klaar voor je Brando, morgenochtend?’ vroeg Lou. Deb zou haar creatie de volgende ochtend onthullen. Het was een raar tijdstip om een toetje te eten, maar Deb stond erop.
‘Natuurlijk ben ik er klaar voor.’ Tom trok Lou nog dichter tegen zich aan. Ze voelde zo goed; hij moest er niet aan denken dat ze terug zou gaan naar Phil. Tom ging er nu al van uit dat Phil niet zou instemmen met een snelle scheiding, zoals zij wilde, en dat hij grof geschut in stelling zou brengen als hij het verzoek eenmaal in handen had. Tenzij hij haar voor die tijd terug zou winnen. Die gedachte probeerde Tom te verjagen. Heel diep vanbinnen was hij bang dat deze relatie te mooi was om waar te zijn.
Ze bleven nog een tijdje naast elkaar zitten, gemoedelijk zwijgend, met het knappen van de houtblokken in de open haard als enige geluid. Tom kon zich niet herinneren dat hij zich ooit zo gelukkig en tegelijk zo verdrietig had gevoeld.
==
De volgende ochtend was Phil in een goed humeur. Althans totdat de vrolijk fluitende postbode hem een grote, dikke envelop overhandigde op het moment dat hij de voordeur achter zich op slot deed. ‘Cripwell, Oliver & Clapham – Advocaten’ stond in de linkerbovenhoek. Hij scheurde de envelop open en zag dat Lou echtscheiding had aangevraagd. Hij kon zijn ogen niet geloven.
Waarom? Het was een vraag die onderweg naar de showroom door zijn hoofd bleef spoken. Wat bezielde haar?
Uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat zijn vrouw te ver was gegaan en nu niet meer wist hoe ze alles terug moest draaien. Kennelijk had ze daar hulp bij nodig. Hij was er nog steeds van overtuigd dat hun huwelijk niet reddeloos verloren was. Hij had goed geslapen en zat vol positieve gedachten, bijvoorbeeld dat hij weer een dag dichter bij hun hereniging was. Hij miste zijn vrouw. Niet alleen omdat ze het huis schoonhield of erg lekker kon koken, hij miste haar aanwezigheid in zijn leven. Hij had niet beseft hoeveel prettiger zij zijn leven maakte. Op de dag dat ze thuiskwam, zou hij de hele slaapkamer vol met bloemen zetten. Hij zou een tafel reserveren in een restaurant. Hij zou Fat Jack en Maureen en Celia afzeggen voor het kerstdiner. Ze hadden het goed samen, hij en Lou. Als hij een beetje zijn best deed, zou het allemaal weer goed komen.
==
Aan de andere kant van de stad zaten Tom en Lou in het café met hun handen voor hun ogen op de Brando te wachten.
‘Tadaaa!’ tetterde Deb. ‘Nu mogen jullie kijken!’
Tom en Lou deden hun ogen open en zagen geen gigantische taart, maar twee ciabattabroodjes gevuld met ham, eieren, plakjes worst, champignons en tomatensaus die naar basilicum rook. Het was een bombardement van geuren.
‘Op de grilplaat gebakken met een drupje olijfolie, dan geef je mensen de kans om het te overleven.’ Deb zuchtte. Ze wilde dat haar moeder dit had kunnen zien. Ze zou in haar element zijn geweest.
‘Wow,’ zei Lou.
‘Ik dacht dat het iets zoets zou zijn,’ zei Tom. ‘Niet dat ik nu teleurgesteld ben.’ Hij wachtte niet op een uitnodiging om toe te tasten.
‘Ik vond het zonde om de naam niet te gebruiken,’ babbelde Deb. ‘Het klinkt aantrekkelijker dan een “ontbijtknaller”, vinden jullie niet? O, en voor ik het vergeet, je zou onze uniformen moeten zien. We moeten nu echt binnenkort een naam verzinnen, want het logo wordt erop gestikt.’
Tom zette grote ogen op. ‘Hebben jullie uniformen?’
‘Zwarte mini-jurkjes en vijftien centimeter hoge hakken,’ zei Deb.
Oké, hij wist dat ze een grapje maakte, maar hij zag meteen voor zich hoe Lou er dan zou uitzien. Deb vermoedde wat hij dacht aan de manier waarop hij ging verzitten en lachte. Het viel haar ook op dat Lou nog geen hap had genomen.
‘Kom op, Lou, het is geen vergif.’
Lou kon geen woord uitbrengen. Ze pakte haar mes en vork en staarde naar het bord, liet het bestek toen weer vallen en rende met haar hand voor haar mond naar boven.
Tom keek naar Deb.
‘Hmm. Ik vond al dat ze een beetje bleek was,’ merkte Deb op.
‘Ik ga naar haar toe,’ zei Tom terwijl hij zijn mond afveegde.
Deb duwde hem terug op het bankje. ‘Je bedoelingen zijn reuze romantisch, Tom, maar als een vrouw overgeeft, doet ze dat het liefst alleen. Het is een mythe dat ze wil dat jij haar haar vasthoudt terwijl je toekijkt hoe zij haar maag omkeert.’
‘Heeft ze iets tegen je gezegd?’ Toms hart ging op een onaangename manier sneller koppen. ‘Je weet wel, over hém?’
‘Alleen dat ze van haar advocaat heeft gehoord dat het verzoek is verstuurd en dat Phil de papieren vandaag zou moeten ontvangen. Het is logisch dat ze zich zorgen maakt, Tom. Ze heeft last van stress.’
‘Ik ben als de dood dat ze naar hem teruggaat, Deb. Ik ben bang dat ze mij te saai vindt.’
‘Hoe kom je dáár nou bij?’
‘Nou, ze valt steeds naast me in slaap.’
‘Klets niet. We zijn allebei uitgeput.’ Dat laatste zei Deb alleen om Tom gerust te stellen, want ze kon zelf nauwelijks slapen van opwinding. ‘Oordeel niet zo streng, Tom. Ze is tot over haar oren verliefd op je, maar ze heeft in korte tijd veel meegemaakt. Er is niets om je zorgen over te maken, daar durf ik al mijn spaargeld onder te verwedden. En dat is wel drie pond vijftig!’
Ze konden vaag horen dat boven de wc werd doorgetrokken.
‘Bovendien, als ze naar hem teruggaat, maak ik worstjes van haar en die bak ik dan voor de vrachtwagenchauffeurs,’ vervolgde Deb, en ze schonk hem haar breedste glimlach ter bemoediging.
Tom probeerde te lachen, maar hij voelde zich absoluut niet vrolijk vanbinnen.
Vijf minuten later kwam Lou weer beneden. Twee gezichten keken haar bezorgd aan.
‘Gaat het?’ vroeg Deb, en ze streek met haar hand over de arm van haar vriendin.
‘Ja, ik voel me een stuk beter,’ zei Lou. ‘Het spijt me – ik heb je feestelijke presentatie verpest.’
‘Het geeft niet,’ zei Deb, die een stukje worst met tomatensaus van Lous bord plukte en het in haar mond stak. ‘Morgen beter. Hier, neem een kop thee.’
‘Nee, bedankt, ik wil alleen een glas water.’
‘Je hebt veel te hard gewerkt,’ zei Deb. ‘Ga lekker terug naar bed en probeer nog wat te slapen. Vind je ook niet, Tom?’
‘Ik ben het helemaal met je eens.’ Tom had een hoofd vol gedachten die hij niet wilde.
‘Geen sprake van,’ zei Lou. ‘Er is veel te veel te doen, en hoe eerder we er klaar mee zijn, des te eerder we open kunnen. Bovendien heb ik weer een andere vriendin van Mrs. Serafinska beloofd dat ik langs zou komen om te zien wat er bij haar moet gebeuren, al heb ik geen idee wanneer ik daar tijd voor heb.’
‘May runde het hele café in haar eentje,’ zei Deb. ‘We kunnen altijd parttime hulp nemen als jij erbij wilt blijven klussen.’
‘Dat zou niet eerlijk zijn tegenover jou,’ betoogde Lou.
‘Hoezo niet?’ zei Deb. ‘Als jij af en toe ergens een zolder wilt leegtrekken, ga dan vooral je gang. We maken onze dromen waar, Lou, we moeten doen waar we zin in hebben. Denk er eens over na: als jij niet was begonnen met jouw opruimactie, zouden we hier niet zitten. Ik vind dat we respect moeten hebben voor de schikgodinnen.’
‘Jij verzint ze waar we bij zitten,’ zei Lou grijnzend. ‘Maar goed, als ik af en toe een klusje doe, pomp ik het geld terug in het café – oké?’
Deb grijnsde terug. ‘Als je maar gelukkig bent, makker.’
Lou had voornamelijk belangstelling voor de zoete lekkernijen. Ze hadden al afgesproken dat zij de taarten voor ’s middags zou bakken, terwijl Deb zich over het ontbijt ontfermde. Deb verheugde zich erop om een spetterende versie van May te zijn in een café vol stoere mannen.
Lous mobieltje ging toen ze de tafel afruimden. Aan de blik op haar gezicht wisten Deb en Tom al wie het was voordat ze zijn naam had gezegd.
‘Hallo, Phil,’ zei Lou kalm. Ze zag er verschrikkelijk moe uit, dachten Deb en Tom allebei. ‘Ja, het lijkt me een goed idee om af te spreken.’
Tom wreef over zijn nek.
‘Nee, ik kom wel naar jou... Ja, tien uur, in ons huis,’ zei Lou op dezelfde rustige toon. ‘Tot morgen dan.’
Ons huis, dacht Tom.
Lou smeet de telefoon op tafel en rende onmiddellijk weer met haar hand voor haar mond naar boven. Tom wist hoe ze zich voelde.
==
Halverwege de ochtend kwam de loodgieter om hun pas bezorgde vaatwasmachine aan te sluiten, een monster. Lou had sinds Tom weg was gegaan lopen boenen en poetsen, en Deb maakte zich zorgen om haar. Met elk halfuur dat verstreek zag ze er meer uit als een geest. Ze had niets gegeten, alleen een beetje water gedronken, en dat had ze met moeite binnen weten te houden.
‘Maak je geen zorgen. Ik knap heus wel weer op als mijn gesprek met Phil achter de rug is,’ verzekerde Lou haar. ‘Ik denk dat hij zichzelf wijs heeft gemaakt dat ik spijt heb van het echtscheidingsverzoek en dat ik aan één blik op hem genoeg heb om weer voor hem te vallen.’
‘Tom denkt dat het zo zal gaan,’ beaamde Deb.
‘Wat? Dat ik terugga naar Phil? Over m’n lijk!’ zei Lou, terwijl ze discreet aan haar borst krabde.
‘Waarom doe je dat toch steeds?’ vroeg Deb.
‘Ik heb last van mijn beha,’ zei Lou. ‘Ik krijg er jeuk van.’
‘Is het een nieuwe?’
‘Nee, dat is juist het rare. Het is niet alleen deze, ze kriebelen allemaal.’
‘Gebruik je een ander wasmiddel?’
‘Nee.’
‘Wanneer ben je voor het laatst ongesteld geweest?’
‘Doe niet zo raar,’ zei Lou, die aanvoelde waar het gesprek naartoe ging.
‘Heb je er een overgeslagen?’
‘Ik ben overtijd, maar dat is logisch met alles wat ik meemaak.’
‘Oké,’ zei Deb.
Een tijdje later ging ze even de deur uit, met de mededeling dat ze nieuwe theezakjes ging kopen. Lou zette water op en maakte een kop oploskoffie voor zichzelf. De koffie smaakte haar niet. Nu lustte ze opeens geen koffie meer – ook dat nog.
==
Phil nam die middag vrij en ging naar de supermarkt om cakemix te kopen. Hij bestudeerde de verschillende soorten en koos de goedkoopste. Nauwgezet volgde hij de aanwijzingen op de verpakking, en toch kwam de cake een beetje ingezakt uit de oven. Hij probeerde de verzakking met glazuur te camoufleren en daar drukte hij smarties in als finishing touch. Het resultaat was aandoenlijk, vond hij zelf. Hij wist zeker dat Lou ervoor zou smelten.
Toen hij de laatste smartie erop legde, bliepte zijn telefoon. Het was een sms van Sue Mooie Groene Ogen: Je bent een leugenaar en een klootzak. Jezus, wat nu weer?
==
Toen Deb terugkwam, rustte Lou even uit op een stoel.
‘Hier,’ zei Deb. Ze gooide het zakje naar Lou. ‘Misschien helpt het.’
Lou schudde de inhoud eruit en keek Deb spottend aan. ‘Dit kun je niet menen!’
Deb gebaarde naar de doosjes. ‘Ik vind dat je dat testje moet doen, Lou.’
Lou stopte de zwangerschapstest terug in het zakje. ‘Ik heb gewoon een virus.’
‘Doe dat testje, Lou. Noem het een voorgevoel. Als het negatief is, stop ik mijn hoofd in de nieuwe vaatwasser omdat ik je heb gedwongen, maar doe het nou maar gewoon.’
‘Hoe kan ik nou zwanger zijn, Deb? Je kletst.’
‘Lou, ik weet het niet en ik kan me vergissen, maar je bent misselijk, je bent overtijd, je bent de hele tijd moe en je hebt last van je borsten... Doe het nou, alleen voor de zekerheid, wil je?’
Lou zuchtte en wilde naar boven gaan, maar Deb kuchte.
‘We hebben hier beneden toiletten, weet je. Erg mooie, dankzij de bouwvakkers.’
‘Ik weet het, maar ik wil ze graag nieuw houden.’
‘Lou, ga naar de wc en doe niet zo raar.’
Lou verdween met het zakje. Deb wachtte af, en het duurde een eeuwigheid voordat Lou weer naar buiten kwam. Ze zag eruit als een sneeuwpop met bloedarmoede en de tranen stroomden over haar wangen.
‘O shit,’ zei Deb, en ze liep snel naar haar toe. ‘Lou, het spijt me. Ik kan mezelf wel slaan. Ik dacht alleen met al die symptomen...’
‘Deb, het is positief,’ viel Lou haar in de rede. ‘Ik heb allebei de testjes gedaan en ze zijn allebei positief.’ Ze liet Deb de blauwe streepjes op de staafjes zien en hield de gebruiksaanwijzing ernaast. ‘Ik zie het toch goed? Dat betekent...’
‘Ja... JA!’
‘En als het nou niet klopt?’
‘Allebéí niet? Uitgesloten. Lou, je bent zwanger.’
‘Dat kan niet!’
‘Nou, volgens die testjes kan het mooi wel!’
Ze stonden midden in het café en durfden zich nauwelijks te bewegen voor het geval ze de blauwe streepjes zouden wegjagen.
‘Kan het van Phil zijn?’ Deb hield haar adem in.
‘Onmogelijk. Ik heb al in geen eeuwen seks met hem gehad,’ zei Lou. ‘Het moet van Tom zijn.’
‘Godzijdank,’ zei Deb met een diepe zucht van verlichting.
O god. Tom! Wat zou hij zeggen? Nadat ze één keer met hem had geslapen, was ze zwanger. Zou hij het gevoel hebben dat zij hem erin had geluisd? Zoals Phil had gehad met Sharon? Ze was in verwachting! Ze zocht steun bij Deb. Ze wist niet of ze moest lachen of huilen, dus deed ze het allebei.
‘Wat moet ik tegen Tom zeggen?’
‘Ik zou zeggen: “Tom, ik ben in verwachting.” Dat lijkt me voorlopig genoeg.’
‘Deb, ik ben in verwachting!’
‘Lou, je bent in verwachting!’
Ze juichten allebei en omhelsden elkaar en ze dansten in het rond als twee dronken Teigetjes.
Zo trof Tom hen aan toen hij vijf minuten later langskwam om te vragen of Lou zich al wat beter voelde.